Mijn visie als ontwerper


Mijn visie over kleding

Ik ben om verschillende redenen kleding gaan maken in de stijl van de jaren 30 en 40. In de eerste plaats ben ik van kind af aan er door gefascineerd. De muziek in de eerste plaats, ik kan me herinneren dat ik als 13 jarige gebiologeerd luisterde naar Count Basie en maar ook Glenn Miller, die special voicings van de akkoorden zijn zo typisch, ik had dat nog nooit eerder gehoord.

 

Ik kon als kind al niet kiezen tussen muziek of vormgeven. Ik deed het allebei. Op de akademie deed ik de richting theatervormgeving en dat was een uitgelezen kans om het Gesamtkunstwerk te onderzoeken. Waar beeld, geluid en gesproken word, en beweging samen komen en één kunstwerk vormen.

 

Jaren later ben ik als saxofonist in een mini big band gaan spelen en kwam ik in contact met lindy hop. Van het een kwam het ander en ik maakte mijn eerste herenpantalon.

 

Als ontwerper ben ik altijd op zoek geweest naar de essentie van dingen. Of het nu een vaas is, een tafel of een kledingstuk. En ook muziek trouwens. Wat maakt een ontwerp zo tijd specifiek, waar zit de kracht, de ziel van iets. Alles zou een ziel moeten hebben. De fast fashion vodjes hebben dat zeker niet. Iets krijgt dat pas al een maker het er in stopt. Er tijd en aandacht in stopt, liefde, een vloek, een traan dat alles maakt het materiaal tot een ding met een ziel. Het kan worden gekoesterd en krijgt een plaats in iemands leven. Zoals Tita in “rode rozen en Tortilla’s” van Laura Esquivel haar gevoelens voor een onbereikbare liefde verwerkt in de gerechten die zij maakt, zo voeg ik een stukje van mezelf toe aan ieder kledingstuk.